Raapstelenstamppot met appel

Het zonnetje schijnt, de vogeltjes fluiten, Teletubbies komen naar buiten. Het is vooohoorjaar! Wat is het toch elk jaar weer heerlijk, die eerste zonnestralen. Al is het buiten nog best koud, van achter glas kijkt het zo aanlokkelijk mooi. Ik word er vrolijk van! Het geeft energie, net of de batterijtjes weer vol zijn na een lange grijze donkere depri winter.

In het kader van mijn goede voornemens probeer ik elke maand een voor mij nieuwe groente uit. En wat past er nu beter bij het voorjaar dan... raapstelen! Het is het loof van jonge meiknolletjes en wordt meestal in bosjes verkocht. De smaak zit ergens tussen spinazie en rucola in. Licht pittig, dus ideaal voor in een stamppot. Het wordt nog lekkerder met wat gebakken appelblokjes eronder, zoet contrasteert fijn met het scherpe van de raapstelen.

Ingrediënten
400 gram raapstelen
700 gram aardappelen
Een scheutje plantaardige melk
1 stevige zoete appel, bijvoorbeeld Kanzi of Pink Lady
Een klontje plantaardige margarine of een scheutje vloeibare margarine
Wat citroensap
Snuf zout en peper naar smaak

Instructies
Schil en kook de aardappelen gaar. Was de raapstelen grondig en laat ze goed uitlekken (een slacentrifuge werkt handig). Snij de worteleindjes eraf en hak de raapstelen kort, zowel blad als steeltjes. Schil de appel en verwijder het klokhuis. Snij in blokjes en besprenkel met wat citroensap om verkleuring tegen te gaan. Verhit de margarine in een koekenpan en bak de appelblokjes goudbruin. Giet de aardappelen af en stamp tot puree. Voeg een scheutje plantaardige melk toe (vloeibare margarine kan ook) voor de smeuïgheid. Voeg de gesneden raapstelen en de gebakken appelblokjes toe en meng alles goed onder elkaar.

Serveer met gebakken speckblokjes of tofu roerbakblokjes.

PS: op de foto stamppot zonder appelblokjes van woensdag. Donderdag nogmaals stamppot gegeten, toen met appelblokjes. Met is toch lekkerder.